symposium over zelfbeheer
Op 10 maart 2021 heeft naar aanleiding van het proefschrift van onderzoeker Max Huber een digitaal symposium in het teken van zelfbeheer plaatsgevonden waaraan Marijn v.d. List (gemeenteraad GroenLinks Amsterdam), Barbra Velthuizen (directeur HVO-Querido), Jeroen Groen (oud-JESbewoner), Marc Räkers (initiatiefnemer en ondersteuner JES) en Clemens Blaas (oud-bestuurder HVO-Querido) deelnamen.
JES als voorbeeld
JES is een initiatief van én voor mensen die – om wat voor een reden dan ook – dakloos zijn geraakt. Bij JES draait het om herstel, waarbij de randvoorwaarde basiszekerheid is: een dak boven je hoofd. Eigen regie, eigen tempo, gezamenlijke verantwoordelijkheid met je huisgenoten en samen leven in dezelfde woning staan verder centraal bij JES. De ondersteuners binnen dit verhaal zijn de medebewoners, oud-bewoners en JES ondersteuners, waaronder ervaringsdeskundigen. Samenwonen in een mooi pand in de Pijp, waar je zelf mag bepalen wanneer je naar binnen en naar buiten gaat. Ook maak je met de bewoners samen afspraken over leefregels in huis en over de uitvoering van diverse praktische en huishoudelijke zaken en taken.
een ervaringsdeskundig perspectief
Onze Meetellen collega Jeroen Groen woonde 3 jaar lang in Je Eigen Stek. Sinds 2 jaar woont hij zelfstandig in zijn eigen woning. Deze woning staat sinds kort op zijn eigen naam. Nu werkt hij als ervaringsdeskundig onderzoeksmedewerker bij Meetellen en heeft hij – onder andere – onderzoek naar JES gedaan.
Wij willen jullie meenemen in dit onderzoek, omdat het zo helder illustreert wat de bijdrage is van ervaringsdeskundigheid in onderzoek. Jeroen heeft met zijn JEServaring en JESkennis van binnenuit een bijdrage kunnen leveren aan het ophalen van relevante informatie over dit project. Hij kan bijvoorbeeld als geen ander de deelnemers voor het onderzoek benaderen en hij weet welke praktische problemen zelfbeheer met zich meebrengt: hij kent de gang van zaken bij JES. Ook weet hij met welke partijen JES-ers contact onderhouden, zoals gemeenten, woningbouwcoöperaties en medebewoners. En dat niet alleen, hij kan vanuit zijn eigen ervaring feedback geven op de onderzoeksvoorstellen van de onderzoeker. Ook heeft hij heldere ideeën over de onderzoeksvragen: over waar, wanneer en hoe deze te stellen. Hij was dan ook nauw betrokken bij het opzetten en het uitvoeren van het onderzoek naar zelfbeheer binnen JES.
Het onderzoek is interessant, omdat veel JES deelnemers doorgaans positief zijn over het traject. Van terugval is weinig sprake. Dit ligt vooral aan de basiszekerheid en het vertrouwen en de ondersteuning die JES aan hun deelnemers biedt. Zo kunnen de mensen in eigen tempo en binnen eigen regie werken aan herstel en meer grip krijgen op de toekomst. Zo min mogelijk bemoeienis van de grote organisatie, maar zelf met oplossingen komen.
in gesprek over zelfbeheer
In het symposium werd gesproken over een spanningsveld voor dergelijke projecten als we kijken naar de praktijk binnen de gemeenten. Los van problemen met een krappe woningmarkt en lange wachtlijsten in de GGZ, ingewikkelde asielprocedures enzovoorts, heeft de gemeente de neiging om problemen op te lossen met nota’s en notities en procedures. Zij moet uiteraard problemen efficiënt zien op te lossen, maar erkent Marijn v.d. List:
“De gemeente moet de ruimte blijven zoeken om te experimenteren. Zoals bij wonen met een specifieke zorgvraag en het inzetten van ervaringsdeskundigheid”.
Daarbij ligt speelruimte in het gebruik maken van de kracht ‘wat mensen zelf kunnen doen’, met keuzevrijheid als principe. Het mensen helpen of stimuleren in het leren van vaardigheden en competenties om goed voor jezelf te kunnen zorgen, maar ook beseffen dat niet iedereen dit wil of kan. Ook Barbra Velthuizen, de directeur van HVO, geeft aan te willen kijken hoe ze zelfbeheer beter kan implementeren in haar organisatie. Jeroen voegt daar aan toe dat het zin heeft om verder te kijken dan de 4 jaar waarin de politiek hun plannen vastlegt. Sommige bewoners hebben langer de tijd nodig om zich te ontplooien tot zelfstandigheid.
Al met al blijkt dat eigen regie, vrije wil, eigen tempo, samen met andere lotgenoten, vertrouwen en advies van ervaringsdeskundigen een positieve rol speelt in het duurzaam groeien naar zelfstandigheid!